Fiji

Fiji. Just Fiji.


Het is ook vermoeiend hoor, al dat reizen! Gun jezelf gerust een uitstapje naar de andere kant van de wereld (letterlijk!) om eens oprecht tot rust te komen op deze wel heel bijzonder gastvrije eilandengroep: Fiji. Waar je op de gemiddelde bestemming aankomt bij een leger douaniers met een diploma strengkijken, wordt je in Fiji opgewacht door muzikanten in bloemetjesblouse. Bula! Welkom in Fiji, en welkom voelde we ons. In deze blog geven we je een indruk van het hoofdeiland Viti Levu en haar mogelijkheden.

 

 

Fiji verkennen per jeep

Het aan de westkust gelegen Nadi is de stad van ontvangst, maar we reizen direct door naar Pacific Harbour, centraal aan de zuidelijke kust. Daar zullen we in een heus resort kerst vieren. Omdat het plan is het eiland flink te verkennen, is een eigen 4×4 aan te raden. Deze zijn bij de grote verhuurbedrijven niet goedkoop. Reden is dat ze niet willen dat toeristen zelf van de verharde weg gaan rijden omdat ten eerste het terrein erg ruig is en ten tweede zijn er veel gidsen die de toeristen maar al te graag op tour willen nemen. Wij spraken in het vliegtuig een local aan en, zoals dat vaak gaat in dergelijke landen, had ook hij een neef met een vriend wiens vader nog wel een mooie 4×4 wilde verhuren. En zo waren we een uurtje later de trotse tijdelijke eigenaar van een beest van een Toyota Prado. En toen na een paar dagen bleek dat de remmen niet meer helemaal naar behoren waren, namen we toch maar de nieuwe Toyota Hilux van hemzelf. Was even slikken voor de beste verhuurder, maar ook op Fiji is de klant gewoon koning.

 

 

Kava, lekker!

Het resort in Pacific Harbour heeft alles wat we nodig hebben voor kerst: een prachtig strand met palmbomen, hutjes die daar midden op staan, een zwembad met ligbedjes, obers die graag biertjes komen brengen en een restaurant waar alles lekker is. Uiteraard zijn we de omgeving wel gaan verkennen, daarvoor hebben we immers de jeep geregeld.

Een enkele extreem modderige en hobbelige weg brengt ons naar een in een vallei gelegen dorp, ver het binnenland in. Dat Fijianen vriendelijk zijn, hadden we al ervaren, maar hier in het binnenland zijn ze enorm blij wanneer iemand de moeite neemt zo ver te komen. De uitnodiging om met het hele dorp wat te drinken, slaan we dus niet af. Of we dan maar meteen kava willen? Enthousiast “ja”, maar de kava hier is nét wat anders dan wij gewend zijn. Een ceremonie met muziek tijdens het klaarmaken, maar het resultaat is een schaal tot aan de rand gevuld met een vloeistof die erg zanderig oogt. En zo smaakt het ook; proost en de schaal móet leeg! Deze traditionele en voor Fijianen belangrijke drank wordt gemaakt door een cassavewortel te drogen, vermalen en te mengen met water. De modderachtige pulp wordt dan gezeefd en het resultaat is kava. Doe ons de westerse variant van kava maar. 

 

 
Het groen in: Navala.

De jeep heeft zich voor ons al bewezen, maar nu gaan we hem echt op de proef stellen. Een deel hebben we gezien maar het hoofdeiland heeft veel meer te bieden! In het noordwesten ligt tussen de groene heuvels, valleien en bergen een van de laatste volledig traditionele dorpen verstopt. Navala heet het. Het dorp bestaat uit traditionele huizen van klei en riet en vormen samen een groot kruis. In elk huis, zo groot als een klein éénkamerappartement, wonen gemiddeld 15 mensen. Slapen en schuilen zijn de hoofdfunctie ervan, leven doe je buiten. We worden rondgeleid door een 11-jarig meisje dat ons naar de belangrijkste plekken brengt. Niet iedereen spreekt Engels, al wordt dit in het dorpsschooltje de inwoners wel aangeboden. In het huisje van de chief worden we uitgenodigd om, je kunt het natuurlijk al raden, een kava-ceremonie bij te wonen. Na een oneindige hoeveelheid borrels is de schaal (een joekel deze keer) weer leeg en gebruiksklaar voor de volgende ceremonie.

Voor een kleine bijdrage aan het dorp mochten we onbeperkt foto’s maken. Geef ze eens ongelijk om een paar dollar te verdienen. De vrouw die de kava maakt, vraagt of we haar de foto willen toesturen waarop ze samen met ons staat, waarop we enigszins  verbaasd vragen naar haar e-mailadres. Haar wat? Nee, gewoon op de post, die wordt soms wel eens gebracht.

 

 

Rondje eiland

Een flinke rit van zo’n zeven uur, exclusief de stoppen die we gaan maken. Door kleine dorpjes die, naarmate we van de grote steden raken, écht arm worden en dichterbij de steden weer wat ‘rijker’ ogen, en via prachtige landschappen en uitzichten, brengt de weg over het noorden ons naar Suva. De hoofdstad van Fiji. Suva is een drukke stad, waar vervallen oude gebouwen zich staande houden tegen nieuwbouw en een mooie mix van mensen de straten levendig houdt. Fijianen lijken op de Maori van Nieuw-Zeeland met een Indisch tintje. Vriendelijk, behulpzaam en niet te beroerd om aan ons een dollartje te willen verdienen. Winkels van de grote ketens vind je er niet, het zijn veelal kleine zaakjes. Suva centrum is eigenlijk maar één straat en daar is het te doen. Daaromheen zijn woonwijken gebouwd en is het gemiddelde inkomen laag. Voor de mooi uitziende dorpen moet je in het binnenland zijn, voor mooie huizen aan de dure kustplaatsen. Daar vind je bewaakte en omheinde villawijken waar vooral veel buitenlanders wonen. Na wat slenteren en afdingen op souvenirtjes is het dan ook goed om weer door te rijden.

Soms een flinke stortbui, het is tenslotte het regenseizoen, maakt dat de binnenlandse wegen een glijbaan worden. Maar als de zon dan weer doorkomt, is het puur genieten van de jungle, bergen, idyllisch gelegen huisjes en kronkelende rivieren. Oneindig mooi! Via de zuidkust maken we de ronde om het eiland af. In een kleine week hebben we zo een prima indruk gekregen van het hoofdeiland, Fiji en haar inwoners, de natuur en kwaliteit van leven. In Fiji leeft 25% van de bevolking onder de armoedegrens en moet de meerderheid er hard voor werken om er niet onder te raken. Corruptie, rijke politici en grote bedrijven met te veel macht hebben het overwicht. Niet voor niets dat er sinds 1987 maar liefst vier staatsgrepen zijn geweest. Petje af hoe Fijianen toch lijken te genieten en zéér zeker een veilig gevoel bieden. Criminaliteit, in ieder geval gericht op toeristen, is zo goed als nul.

  

 

Betaalbaar?

Wat kost dat dan, zul je denken. Fiji is niet goedkoop, vooral voor de zaken die toeristen nu eenmaal willen (auto, duiken, varen, resorts etc.) betaal je gemiddeld westerse prijzen. Onze auto kostte 60 euro per dag, een resort 120 euro per nacht. Fiji is prima te bereizen in het laagseizoen, het regenseizoen. De kans op een bui of zelfs een tropische storm is aanzienlijk, maar deze gaan gepaard met zon en temperaturen rond de 30 graden. Over het hele hoofdeiland liggen asfaltwegen, maar in het binnenland heb je echt een 4×4 nodig. Op de eilandjes om het hoofdeiland Suva heen, kom je om te chillen, te bakken en te ontspannen; wanneer dit het hoofddoel is, is wellicht het risico om in het laagseizoen te gaan te groot. Over het algemeen worden de Yasawa en Mamanuca eilandengroepjes in het westen het minst getroffen door slecht weer: volg onze blogs voor meer informatie over dit stukje Fiji en haar paradijselijke stranden.

 


Zie je Fiji wel zitten? Deel je plannen en ervaringen met ons!

Ron

Hard werken, hard ontspannen. Minimale vakantiedagen, maximaal benutten. Op een budget reizen, maar er niets voor laten. Dat is hoe ik het doe, hoe ik het wil en hoe ik andere reizigers hoop te inspireren.

Onlangs bekeken ...

Fiji: de Yasawa en Mamanuca eilanden per catamaran

Laat een reactie achter

*